Stap 4 van de meldcode houdt in:

  • Weeg aard, ernst van en risico op kindermishandeling of huiselijk geweld. Doe dit op basis van informatie uit signalen, advies en het gesprek met de ouder(s) en/of het kind. Of als het gaat om volwassen slachtoffers: informatie vanuit het gesprek met partner of familieleden.
  • Signalen, advies en gesprek samen geven je veel informatie. Nu gaat het erom met die informatie te bepalen hoe ernstig de situatie is en wat er precies aan de hand is. Gebruik hierbij zo mogelijk een risicotaxatie-instrument
  • Bij het wegen wordt bekeken welke risicofactoren aanwezig zijn. Wanneer binnen een gezin meerdere risicofactoren aanwezig zijn is de kans op kindermishandeling en of huiselijk geweld groter. Wanneer er beschermende factoren zijn kunnen die de kans verminderen. Om dit goed in te schatten wordt wel het Balansmodel gebruikt.
  • Vraag bij twijfel altijd (opnieuw) advies bij Veilig Thuis.

Aandachtspunten:

  • Maak op basis van alle beschikbare informatie een weging (inschatting), waarbij de volgende vragen leidend zijn:
    - In hoeverre is de veiligheid van het kind in het geding? 
    - Hoe schat je de risico's in op kindermishandeling / huiselijk geweld?
    - Wat is je inschatting van de aard en ernst van de problematiek?
    - Is het nodig om een melding te doen bij Veilig Thuis?
    - Is het nodig om andere vormen van hulpverlening in gang te zetten?
    - In hoeverre zijn de ouders en het kind gemotiveerd om hulp te accepteren?
    - Meewegen: eventuele ervaringen met broertjes of zusjes
  • Een veiligheids- en/of risicotaxatie-instrument helpt bij de weging van de ernst van kindermishandeling en/of het inschatten van het risico op (of op herhaling van) kindermishandeling. Maak eventueel gebruik van de Veiligheidschecklist (ontwikkeld door CJG Veenendaal).