Het lukt niet altijd om hulpverlening op gang te krijgen. Zowel volwassenen als kinderen kunnen weigeren om mee te werken. Angst voor het onbekende, slechte ervaringen, dementie of boosheid kunnen redenen zijn. Een warme overdracht naar de geëigende hulpverlening is dan ook van groot belang.
Cliënt, oudere weigert hulp
Wanneer een cliënt/oudere of diens verzorger hulp weigert en er zijn wel zorgen betreffende huiselijk geweld of ontspoorde zorg, dan probeer je een nieuwe afspraak te maken, overleg intern met je deskundige collega over de wijze waarop dit het beste kan. Lukt het niet om een nieuwe afspraak te maken of blijven cliënt/verzorger weigeren om hulp te accepteren, dan schakel je Veilig Thuis in om advies te vragen of een melding te doen.
Breng de cliënt op de hoogte in een persoonlijk gesprek:
- Leg de cliënt uit wat je gaat doen en waarom je dat gaat doen en breng dit in direct verband met je zorgen! ‘Omdat ik me zorgen maak over... ben ik van plan om’
- Vraag om een reactie: ‘Wat vindt u er van dat ik...’
- In geval van een negatieve reactie:
- kijk of je aan de bezwaren tegemoet kunt komen;
- lukt dat niet, weeg de bezwaren dan af tegen de ernst van de situatie en kom tot een besluit;
- wees open over je besluit.
‘Ik heb goed van u gehoord dat u... maar omdat ik me echt grote zorgen maak over uw situatie / de situatie van uw kinderen ga ik toch...’
- Neem moeilijke besluiten niet alleen: vraag advies aan een medewerker van het Steunpunt Huiselijk Geweld of aan een collega.
- Leg je acties en besluiten zorgvuldig vast in het dossier.
Ouders/kind weigeren hulp:
- Als het kind geen direct gevaar loopt, dan maak je een nieuwe afspraak met de ouder om te proberen de ouder te overtuigen van het belang van hulp
- Zijn de ouders bereid tot hulp, zie: Hulp of melden en ouders/jongere willen hulp
- Als de hulp weer geweigerd wordt en de zorgen zijn nog steeds aanwezig, meld je het gezin bij Veilig Thuis. Bij Veilig Thuis kan dit telefonisch of schriftelijk met een meldingsformulier
- Je bespreekt dit met de ouders. De schoolmaatschappelijk werker overlegt met de zorgcoördinator of het interne (zorg)adviesteam van de school
Wanneer de hulp niet voldoende blijkt te zijn, of er ontstaat alsnog een vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld, dan bespreekt je dit met ouders en of kind en kan er een melding gedaan worden bij Veilig Thuis.
De ouder(s) worden hiervan op de hoogte gesteld.
In uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als je je bedreigd voelt door de ouders, kun je een anonieme melding doen bij Veilig Thuis waarbij de naam van het gezin wel gemeld wordt maar de naam van de melder niet wordt doorgegeven aan het betreffende gezin.
Voor het slagen van verwijzing naar hulp is een zogenaamde open melding, waarbij de ouders op de hoogte zijn van wie er gemeld heeft, van groot belang. Wanneer ouders onzeker zijn over wie hen bij Veilig Thuis heeft gemeld, is er weinig ruimte om hulpverlening te accepteren. De boosheid en het zoeken naar de melder overheerst in dat geval.
Mochten de ouders en kind in de tussentijd verhuisd zijn of het kind naar een andere school overgeplaatst, dan is het jouw verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor een goede overdracht inclusief de signalen over de zorgelijke situatie waar het kind zich in bevindt.Die zorg kun je ook doorgeven aan Veilig Thuis.Zij kunnen meldingen ook naar een nieuwe regio en het desbetreffende Veilig Thuis overdragen.
Als het niet lukt om contact te krijgen met de ouders na bovengenoemde pogingen, dan wordt Veilig Thuis gebeld.