• Naar aanleiding van de signalen moet er een gesprek worden gevoerd met betrokkenen. Overleg zo nodig met een deskundig collega.
  • Je kiest voor de vorm van het gesprek (eventueel met een collega) waarvan je inschat dat deze het best past bij je cliëntsysteem.
  • Kijk ook naar de risico- en beschermende factoren (alles wat van invloed is op het welzijn en de veiligheid/ontwikkeling van de cliënt)
  • Van belang is dat je van te voren bespreekt wat het doel is van het gesprek. Stel gezamenlijk vast op basis van welke (concrete) zorgen en signalen je het gesprek voert en welke insteek je kiest.
  • Zorg ervoor dat je nauwkeurig vastlegt in het dossier wat besproken is. Vermeld daarbij duidelijk welke afspraken je gemaakt hebt met betrokkenen.
  • Je geeft, indien van toepassing, direct (of zo snel mogelijk) na het gesprek met betrokkenen  een heldere terugkoppeling aan de daartoe aangewezen collega of teamleider, ondersteund door schriftelijk verslag.

Voor tips en adviezen over hoe je het gesprek met het kind/ouders kunt aangaan is te lezen in de blauwe button hiernaast "gespreksvoering" of klik hier.