Niets doen is geen optie!

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

 

Vraag informatie

Definitie van Kindermishandeling, Kindcheck en Mantelzorgverleningscheck

Definitie kindermishandeling

 

 De definitie van kindermishandeling, zoals genoemd in de Jeugdwet:

'Kindermishandeling is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel'

Waar ouders staat worden ook stief-,adoptie- en pleegouders bedoeld. Kinderen kunnen ook in een relatie van afhankelijkheid ten opzichte van beroepskrachten verkeren.

Kindermishandeling betreft kinderen van 0-19 jaar. Ook  ongeboren baby’s vallen onder de definitie.

Herman Baartman korte definitie.

Belangrijk: Als een kind getuige is van huiselijk geweld tussen zijn ouders of tussen andere huisgenoten wordt dat ook gezien als een vorm van kindermishandeling. Dit geldt ook voor emotionele onveiligheid en / of verwaarlozing. Dus in alle gevallen waar sprake is van een bedreiging van het welzijn van het kind volgen professionals de stappen van de meldcode.

De meldcode ondersteunt beroepskrachten bij vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling, ongeacht de verblijfsstatus van de betrokkenen. De stappen moeten dus ook worden gezet als het om vermoedens van geweld gaat waarbij mensen zijn betrokken zonder geldige verblijfspapieren, of die in een asielprocedure zitten

Het is een brede definitie. Wanneer je als professional een vermoeden van kindermishandeling hebt kan dat ook gedefinieerd worden als ernstige opvoedingsproblemen of pedagogische onmacht van ouders. Het woord op zich is niet belangrijk, de consequenties wel. De zorgen om het kind zijn reden voor actie. Ook als er geen sprake is van kindermishandeling maar bijvoorbeeld wel van ernstige opvoedingsproblemen verdienen kind en ouders steun en hulp.

Er zijn veel verschillende vormen van kindermishandeling. Elke vorm van kindermishandeling heeft specifieke signalen waar je op kunt letten.

 

Kindcheck

De meldcode bevat een zogeheten kindcheck. Deze kindcheck richt zich op professionals met volwassen cliënten. Bij een kindcheck controleren professionals of er kinderen in een gezin zijn, of ze veilig zijn en of hulp nodig is. Bijvoorbeeld als een ouder een psychische stoornis heeft of verslaafd is. De kindcheck is dus aan de orde in alle gevallen waarin de professional meent dat door de medische situatie of door andere omstandigheden waarin zijn volwassen cliënt verkeert, een risico bestaat op ernstige schade voor kinderen waar hij zorg voor draagt. Meent de professional dat dit risico aanwezig is, dan onderzoekt hij in een gesprek met de cliënt of er kinderen bij de cliënt wonen en wie er voor hen zorgen. Op basis van deze informatie beslist de professional of hij verder actie moet ondernemen door de stappen van de meldcode te zetten.

Meer informatie over de kindcheck:

kindcheck algemeen

handleiding kindcheck ggz en verslavingszorg 

Kopp kinderen

Mantelzorgverleningscheck

De mantelzorgverleningscheck is vergelijkbaar met de kindcheck en is ook onderdeel van stap 1 van het stappenplan in deze meldcode (zie artikel 4). Bij de mantelzorgverleningscheck gaat de arts onder andere na of er in de omgeving van zijn volwassen patiënt personen zijn die van deze patiënt afhankelijk zijn voor mantelzorg. De mantelzorgverleningscheck is bedoeld voor artsen die werken met volwassen patiënten. Deze check wordt in vergelijkbare gevallen uitgevoerd als de kindcheck. De KNMG heeft ervoor gekozen om naast de kindcheck ook een mantelzorgverleningscheck in de meldcode op te nemen.

Hoe vaak kindermishandeling voorkomt

Jaarlijks zijn er in Nederland ruim 118.000 kinderen (0 - 18 jaar) die thuis verwaarloosd, mishandeld of seksueel misbruikt worden of die getuige zijn van geweld tussen hun ouders. Dat is ongeveer één op de dertig kinderen. Dus gemiddeld één kind per klas. (Bron: Alink et all, 2011) 

Ondersteund door: