Je moet altijd overleggen met een deskundig collega, aandachtsfunctionaris of Veilig Thuis.
- Je neemt een signaal serieus, redeneert het niet weg, en bent je bewust van eigen emoties. Emoties als angst, boosheid, ongeloof worden op een professionele manier besproken en geanalyseerd in een gesprek met een collega of de aandachtsfunctionaris kindermishandeling.
- De vraag aan de collega(’s) is: “is er hier sprake van een ernstig opvoedingsprobleem of kindermishandeling of is er mogelijk een ander probleem of misschien wel helemaal geen probleem?”. Het gesprek dwingt je om de eigen gedachten te ordenen, om de argumenten te toetsen aan een andere mening en om samen met de collega een voorlopig plan op te stellen.
- Ook informatie over andere kinderen in het gezin wordt betrokken bij de afwegingen.
Afweging melding in de Verwijsindex
Als geconcludeerd wordt dat er mogelijk sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld, dan moet de afweging gemaakt worden of er een melding in de Verwijsindex moet worden gemaakt.Zie stap 4 Wegen
Vastleggen in dossier
De uitkomst van het overleg met de collega wordt in KIDOS beschreven.
Het vragen van advies gebeurt op basis van anonieme cliëntgegevens, daarom is er geen sprake van een eventuele doorbreking van het beroepsgeheim.
Sla dit op onder “intern overleg” en benoem dat je anoniem hebt overlegd. In een volgend gesprek met deze ouders kun je benoemen dat dit gebeurd is.
KNMG meldcode
De KNMG meldcode kindermishandeling vraagt van artsen, bij deze tweede stap, om naast collegiale consultatie, altijd advies te vragen aan Veilig Thuis. Het gaat hier om een professionele afweging of het nodig is om advies te vragen. Leg altijd vast in het dossier waarom je geen advies aan Veilig Thuis hebt gevraagd.