Wanneer er signalen van kindermishandeling/huiselijk geweld zijn geconstateerd door jou of een collega, zal er een gesprek met kind en ouders gevoerd moeten worden.

  • Dat doe je in overleg met een deskundig collega
  • In de meeste gevallen is het wenselijk dat jij als signaleerder het 1e gesprek met het kind en / of de ouder(s) aangaat.
  • Je kunt dit gesprek ook samen met iemand anders voeren. Kies voor de vorm waarvan je inschat dat deze het best past bij gezin en kind.
  • Van belang is dat je van tevoren bespreekt wat het doel is van het gesprek met het kind of de ouder(s). Stel gezamenlijk vast op basis van welke (concrete) zorgen en signalen je het gesprek voert en welke insteek je kiest.
  • Zorg ervoor dat je datgene wat er tijdens het gesprek besproken is nauwkeurig vastlegt in het dossier. Vermeld daarbij duidelijk welke afspraken je gemaakt hebt met het kind en/of de ouders.

Voor tips en adviezen over hoe je het gesprek met kind / ouders kunt aangaan: zie de informatie onder 'gespreksvoering'.