Niets doen is geen optie 

Pedagogisch medewerkers kinderopvang, peuterspeelzaalleidsters en gastouders hebben een signalerings- en bespreekverantwoordelijkheid.

Van jou wordt verwacht dat:

  • je zorgen rond kindermishandeling signaleert
  • overlegt met een deskundige collega  of aandachtsfunctionaris
  • overlegt met je leidinggevende

Je kunt als pedagogisch medewerker,leidster peuterspeelzaal of gastouder tijdens jouw contacten met kinderen signalen van vermoedens van kindermishandeling of verwaarlozing opmerken. 

Je overlegt na signalering met de leidinggevende over de te voeren strategie en stappenplan.

De leidinggevende coördineert  het vervolg  en is degene die, indien nodig, een melding doet bij Veilig Thuis.

In dit protocol is de leidinggevende de centrale persoon wat betreft vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld.Zij/Hij is verantwoordelijk voor het bespreekbaar maken van vermoedens van kindermishandeling, het in gang (laten) zetten van hulp en waar nodig bescherming.

 

 

In sommige situaties zal het goed mogelijk zijn dat de pedagogisch medewerker een gesprek met het betreffende kind voert. Zeker als een kind zelf met een verhaal komt.

Dat gesprek vat je op als signaal dat je doorgeeft aan de leidinggevende.

Soms zal het de voorkeur hebben dat zo’n gesprek door de leidinggevende of door een jeugdarts/verpleegkundige wordt gevoerd.

 

De stappen na de signalering lopen via de protocollijn van de leidinggevende of directeur. Jij gaat na of je tijdig terugkoppeling ontvangt van de leidinggevende of directeur. 

 

Als een kind in acuut gevaar is, dan meldt je als  pedagogisch medewerker/peuterspeelzaalleidster/gastouder zelf bij Veilig Thuis

 

Klik op de rode buttons voor de te volgen stappen. De blauwe buttons geven extra informatie.