Je bent weerbaarheidtrainer of logopedist 

  • Dan kun je tijdens je contacten met kinderen signalen van vermoedens van kindermishandeling opmerken.
  • Als je signalen opvangt van huiselijk geweld of kindermishandeling, wordt van je gevraagd om deze signalen in kaart te brengen. 
  • Je legt deze signalen vast, evenals (de uitkomsten van) de gesprekken die je over de signalen voert, de stappen die je zet en de besluiten die je neemt. Ook de gegevens die de signalen weerspreken worden vastgelegd.

In sommige situaties zal het goed mogelijk zijn een gesprek met het betreffende kind te voeren. Soms zal het de voorkeur hebben dat zo’n gesprek door de eigen leerkracht of door een arts/verpleegkundige wordt gevoerd.

  • Je overlegt na signalering met de school en met de betrokken arts/verpleegkundige over de te voeren strategie en stappenplan.
  • Het vervolg van de signalering loopt via de protocollijn van de arts/verpleegkundige, mogelijk ook via het protocol van de school.

Wanneer de arts/verpleegkundige stappen onderneemt en met ouders in gesprek gaat, wordt er zorggedragen voor een goede terugkoppeling met degene die de zorgen gemeld heeft

  • De gegevens over de signalen en over de stappen die worden gezet worden in het kinddossier vastgelegd.Daarbij houd je rekening met het feit dat signalen niet altijd op kindermishandeling hoeven te wijzen. Een kind kan blauwe plekken tonen door een ziekte of gedrag vertonen dat het gevolg is van iets anders dan kindermishandeling.

Voorzichtigheid is geboden en met name collegiale consultatie kan verhelderend werken.